Megaprojecten tot succes brengen
Over de kracht van iteratie en eerdere ervaringen.
In ‘How Big Things Get Done’ (2023) onderzoeken Flyvbjerg en Gardner belangrijke factoren die megaprojecten laten slagen. Met spraakmakende voorbeelden worden succes- en faalfactoren inzichtelijk gemaakt. Uiteenlopende verhalen laten zien welke factoren in de praktijk tot een succes hebben geleid, maar ook waar de missers pijnlijk duidelijk werden door verkeerde keuzes, specifieke randvoorwaarden die niet ingevuld waren of doordat blinde vlekken onzichtbaar bleven. De onderbouwingen komen voort uit de enorme database van projecten opgebouwd door Flyvbjerg en uit de uitgebreide ervaringen die hij wereldwijd opdeed als adviseur van grote projecten.
Een van de meest in het oog springende factoren die wordt uitgelicht is wat ons betreft de ‘uniqueness bias’. Deze bias stoelt op de veronderstelling dat er op twee manieren naar projecten gekeken kan worden; als een unieke opgave, of als een opgave die veel overeenstemming heeft met andere, eerdere opgaven. ‘Uniqueness bias’ kan blind maken voor deze tweede vorm. Elk project lijkt anders en elk project heeft zijn unieke aspecten. De schrijvers stellen dat er de neiging is om de uniciteit van projecten te overdrijven.
Het als uniek bestempelen van projecten heeft ook te maken met de zogenaamde ‘commitment fallacy’. Men committeert zich in een te grote mate én in een te grote haast aan het project. Hieraan kan de bekende ‘optimism bias’ ten grondslag liggen, of mogelijk de bias dat men niet altijd alle opties herkent en verkent. Deze commitment fallacy is volgens ons ook een belangrijke reden voor het niet tijdig durven of kunnen uitroepen van crisis op een project dat uit tijd, kosten of scope dreigt te lopen. Door de in beton gegoten commitment wil of durft men het project niet op losse schroeven te zetten.
Het meest verstandige wat in de basis gedaan kan worden, is het ‘think slow, act-fast’ denken dat Flyvbjerg en Gardner opvoeren. Door in de voorbereiding te investeren en te itereren ontstaat de benodigde stabiele basis voor de realisatie van een project. Hiermee biedt ‘think slow, act fast’ handvatten voor het ondervangen van kritische faalfactoren zoals de commitment fallacy. Daarnaast zijn iteraties en uitwerkingen in de voorbereiding minder duur dan wanneer er geëxperimenteerd moet worden in de realisatie van een project. Wanneer je vervolgens ‘snel acteert’ in de realisatiefase zorg je ervoor dat je de realisatie vlot verloopt en er minder verstoringen in deze fase op treden kunnen.
De uitdagingen die megaprojecten met zich meebrengen zullen ons altijd blijven fascineren en uitdagen. Met een goede dosis aan gezond verstand komen we een heel eind. De belangrijkste succesfactoren die Flyvbjerg en Gardner presenteren, zullen zeker een verschil maken. Het is met name knap hoe zij de verschillende perspectieven die de besproken factoren bieden, weten samen te brengen in een prettig leesbaar verhaal. In het gezamenlijk toepassen van deze verschillende factoren ligt wat ons betreft dan ook de sleutel tot succes voor megaprojecten.
Een bijdrage van Laurens Lancee en Jan-Floor Troost Oppelaar, beiden werkzaam bij AT Osborne.